Grijze natte wereld

Maandag 30 september 2019

Grijze natte wereld

Het is vroeg in de ochtend als ik in de auto stap. Langzaam rijd ik de straat uit. De ruitenwissers heb ik wakker geschud door ze gelijk in de hoogste versnelling te zetten. Het regent namelijk pijpenstelen.

Gisteravond heb ik uitgedokterd hoe ik vandaag het beste van A naar B kan rijden. Het is momenteel hopeloos op de wegen om me heen. Bijna alle snelwegen zijn afgesloten. Ik wil naar Weeze, bij Siebengewald net over de grens. Dus sla ik in plaats van linksaf nu rechtsaf en tuf ik door de blank staande wegen via Nijmegen, Ubbergen, Kranenburg, Kessel en Goch naar het restaurant waar een uitgebreid ontbijt klaar staat.

Het is ‘Burendag’, en al woon ik niet meer in Siebengewald ben ik toch uitgenodigd om me bij hen aan te sluiten. Gezellig, ik kijk er echt naar uit! Onderweg heb ik alle tijd om te luisteren naar de radio, verhalen over de natuur, afgewisseld met klassieke muziek, lekker rustig.

Ik kijk om me heen en voel, ondanks de stromende regen, de kalmte in me neerdalen. Het Reichwald en haar heuvelachtig gebied eromheen heeft altijd dat effect op me. Heerlijk om hier te rijden, ik geniet en besef dat ik het mis. Ik moet hier vaker komen, neem ik me voor. Ondertussen dwalen mijn gedachten af naar mijn boekpresentaties. Want dat is zo fijn als je in je eentje reist, je bepaalt zelf het onderwerp van het gesprek dat je in je hoofd met jezelf voert. En bedenk ik iets belangrijks wat ik niet mag vergeten, dan ligt daarvoor de dictafoon klaar. Thuis kan ik mijn ingesproken boodschappen later verder uitwerken. Ideaal!

Maar goed, terug naar mijn wilde plannen. Dordrecht en Schaijk staan al op papier en zijn voor een groot gedeelte uitgewerkt. Nu wil ik Siebengewald nog aan dat lijstje toevoegen. Na het ontbijt ga ik daarom naar mijn oude vertrouwde plekje dat nu ‘De Tamme Kastanje’ heet. Want daar heb ik de eerste woorden voor mijn boek op papier gezet, daar ligt de oorsprong van ‘Marjanneke, stoer wijf’. Gek hè, toen wist ik al dat het boek deze titel zou krijgen.

Weer vijf uur later rijd ik terug naar huis, mijn lijf opgewarmd door zowel de brandende kachels als door de aandacht van de mensen om me heen. Te voelen dat je er nog bij hoort is iets heel speciaals. Deze ochtend zaten allemaal opgewekte mensen om me heen, allen betrokken met elkaar, pratend, luisterend, begaan met elkaars lief en leed. Dit was ooit zo en dat is dus nog steeds zo. En ja, Siebengewald is nu ook geregeld. Zelfs degene die ik als gastspreker in gedachten had, is van de partij.

Thuisgekomen draai ik de thermostaat wat hoger en zet ik een grote pot thee. Vervolgens start ik de laptop op en leg de dictafoon klaar. Straks ga ik alles uitwerken, daar heb ik zin in. Maar eerst mijn moedertje bellen, zeggen mijn hersenen. En dan schiet ik vol. Hoe graag zou ik dat doen, even mam zeggen wat ik vandaag heb meegemaakt.

Ik kruip op de bank, rol me op en trek de plaid over me heen. Mijn ziel doet pijn, voor nu heb ik even andere warmte nodig…

Foto