Mijn Haat- Liefdeverhouding met mijn fysiotherapeut

Zondag 08 oktober 2017

Zuchtend en kreunend laat ik me thuis langzaam op een stoel zakken. Dat was heftig. Ik staar naar de grote pot dampende thee, die recht voor mijn neus staat. Die heb ik nu wel verdiend.

De Pijnbank 
Terwijl ik geniet van de hete thee, voel ik mijn rug protesteren. Het dringt nu pas goed tot me door wat ze bedoelen met ‘de pijnbank’. Voorlopig kan mijn rug niks hebben, die is helemaal beurs, de rugleuning is al te veel. Maar laat ik bij het begin beginnen …

Geheel vrijwillig meldde ik me vanmorgen om 10 uur op de praktijk. Na één blik op mijn rug was het de fysiotherapeut al snel duidelijk dat het daar flink vast zat. Uit ervaring wist ik dat het komende half uur héél erg pijnlijk zou worden en bereidde me daar geestelijk alvast op voor. Maar ik wist ook, al klinkt dat tegenstrijdig, dat ik na afloop héél blij zou zijn. Dat ik het zelfs een soort fijn zou vinden, noem het mijn sadistisch trekje. Want om een goed resultaat te boeken moet de therapeut wel door die pijngrens heen masseren. Ik probeerde me te ontspannen: inademen door mijn neus en uitademen, met kleine pufjes, door mijn mond. Dat afgewisseld met een paar flinke ‘oefs’ - ‘aahs’ - gvd’s en ‘zóóó’s’. De therapeut, lees hier ‘de beul’, was daar niet van onder de indruk en maakte zijn werk grondig af.

Fibromyalgie 
De bezoekjes bij de fysio zijn voor mij belangrijk. Mijn lijf (spieren + gewrichten + bindweefsel tezamen) zit namelijk heel snel vast. De boosdoener hiervoor is fybromyalgie, ook wel weke delen-reuma genoemd. Om alles soepel te houden heb ik o.a. één uur per week fysio-fitness, dit onder begeleiding van een fysiotherapeut. Het programma dat ik daar volg heet ‘Upgrading Activity’ met als doel mijn krachten op peil te houden. Hier is, samen met een goed dagritme waarin ik de nodige rustmomenten moet nemen, goed mee te dealen. Maar ja, met een eigen bedrijf zoals de mijne is het vaak meer hollen dan stilstaan. De opdrachten, reserveringen en verkoop producten bepalen tenslotte hoe vol mijn dagen eruitzien. En loop ik toch te hard van stapel? Dan protesteert mijn lijf direct en trapt het op de rem. Na zo’n 30 jaar fibromyalgie is dat voor mij niet meer raar.

De Beul en zijn Patiënt 
Als eerste werden de rugwervels aangepakt. Vriendelijk doch rechtvaardig. De fysiotherapeut legde uit wat hij zag, wat hij voelde en wat hij zou gaan doen. Hij houdt duidelijk van zijn beroep, hij is deskundig en vindt het belangrijk dat de patiënt snapt wat hij doet. Ik hoorde aan zijn stem hoe gepassioneerd hij daarin is.

Na twee hoorbare knakken slaakten wij beiden een diepe zucht. De fysiotherapeut omdat hij onder zijn handen de trillingen en de spanning voelde wegvloeien. Ik omdat we hiermee onderdeel één konden afvinken. Nog twee te gaan waarvan eerst de spieren. Dat vergde weer een andere techniek, nóg steviger en nóg robuuster. Er werd hard gewerkt, even geen uitleg erbij. Om die stilte te verbreken probeerde ik toch een gesprek op gang te brengen, een over koetjes en kalfjes met wat grapjes. Tussendoor flink happend naar adem. Yes, done, ook die hadden de ‘attack’ overleefd!

Nu was het bindweefsel aan de beurt. Voor mij het heftigste onderdeel, want één van de symptomen van fibromyalgie zijn de ‘tender points’, de pijnlijke drukpunten. Dan moet ik me vermannen, geestelijk schrap zetten en, héél belangrijk, ontspannen. Het echte werk kwam eraan, het moment dat ik mijn fysiotherapeut ging haten. Wat een beul! Praten lukte me niet meer, ik slaakte alleen nog maar gênante oeh en aah geluiden. In mijn hoofd begon ik te tellen, tot honderd, tot tweehonderd, als afleiding van de ‘naar adem happende duwende krachtige knepen’ in mijn rug. Het was dat ie me niet door de behandeltafel heen kon duwen anders was ik zo op de grond gedonderd. Het liefst had ik hard willen roepen: “Ik haat je! Beul!”

Blij
Maar in plaats daarvan gleed ik (wel kreunend) met een grote glimlach de behandeltafel af. Een glimlach van blijdschap omdat de behandeling voorbij was, maar ook omdat ik mijn rug weer soepel kon bewegen. Dat losmaken is zo belangrijk. Toen hij een nieuwe datum prikte voor een vervolgafspraak zei ik dan ook uit de grond van mijn hart, maar nog wel met een bibberende stem: GRAAG!

Dat is nu een paar dagen geleden, over een week mag ik weer. Ondanks dat ik weet dat het weer pijn gaat doen, kijk ik er ontzettend naar uit!

Wat is fibromyalgie, wat doet het met mij?
Ik heb het al een keer vernoemd: fibromyalgie. Graag wil ik hier ietsje meer over vertellen want voor veel mensen is dit een onbekende term. Slechts twee procent van de volwassenen (meestal vrouwen) krijgen hiermee te maken. Voor de huisarts is het vaak een flinke zoektocht voordat hij/zij deze diagnose kan stellen. Bij mij heeft het ook jaren gekost voordat ik wist dat ik dát had. Maar zoals bij alle ziektes heb je ook hierin allerlei gradaties. De een is er slechter aan toe dan de ander. Ik fiets er aardig doorheen. Ik denk dat ik dat mede te danken heb aan mijn positieve energie. Aan doemdenken heb ik een hekel. Voor mij is het glas altijd half vol (bijvoorbeeld met een lekkere Sauvignon Blanc haha). Ik kan er mee dealen, er zit tenslotte niks anders op. Het enige gevaar voor mij is wel dat ik elk pijntje snel afschuif op de fibromyalgie, het zit tenslotte door mijn hele lijf heen.

Op deze link http://www.fibromyalgie.nl/ kan je heel veel informatie vinden. Misschien gaat er bij jou na het lezen van deze info een lampje branden? En denk je: verhip, dat past helemaal bij mijn klachten. Zou ik dit ook hebben? Of hij/zij?

Als je hier vragen over hebt, maak dan eens een afspraak met je huisarts of praat eens met een fysiotherapeut en kijk wat hij/zij voor je kan betekenen. Je mag hieronder ook een reactie achter laten.

Intussen pruttelt mijn rug nog na van de laatste behandeling, kan ik nog niet lekker in een stoel achteroverleunen, of me omdraaien in bed. Nog even geduld. Als de fysiotherapeut zegt dat het beurse gevoel na drie dagen weg is, weet ik dat daar gewoon nog een paar dagen bij op moet tellen. Ik weet het, ik leef er mee en ik deal ermee. That’s life …

Lieve groet,
Anneliese.

Foto